Vrijheid van Handelen

De Soefi Boodschap van Hazrat Inayat Khan

Wanneer de mens via het innerlijk leven groeit, voelt hij een vrijheid van denken, spreken en handelen die door zijn spirituele reis als een natuurlijke koers komt. De reden waarom deze vrijheid komt en waar die vandaan komt kan worden uitgelegd door het feit dat er een spirit van vrijheid in de mens verborgen ligt, die door uiterlijke vormelijkheden wordt bedekt. Wanneer de mens de uiterlijke vormelijkheden ontgroeit wordt de spirit van vrijheid die tot dan was gesloten, manifest.

De wetten die aan de mensheid zijn gegeven zijn gegeven door diegenen die ver van deze wetten af stonden, de Ouderen. Net zoals er voor kinderen bepaalde wetten, bepaalde regels noodzakelijk zijn, worden degenen die nog niet zo ver zijn geëvolueerd dat ze vanaf een hoger gezichtspunt naar het leven kijken onder bepaalde wetten geplaatst die hen als religie worden geleerd en deze wetten zijn net zo noodzakelijk voor de mensheid als de regels die aan kinderen in de familiekring worden gegeven. Als er geen regels zouden worden gegeven dan zouden de kinderen onhandelbaar worden en wanneer de kinderen volwassen worden, beginnen ze zelf in te zien waarom hen regels werden gegeven en zien ze het profijt dat deze hen schonken. Vervolgens kunnen ze regels opstellen die het meest geschikt zijn voor henzelf.

Het innerlijk leven helpt een ziel om volwassen te worden. Wanneer de ziel van onderdanigheid naar meesterschap evolueert, maakt zij regels voor zichzelf. Daarom probeert niemand in het Oosten een spiritueel persoon te bekritiseren; voelt niemand zich geroepen om over zijn handeling te oordelen of om hem van iets wat hijzelf fout vindt te beschuldigen. Om deze reden heeft Jezus Christus gezegd:  ́Oordeel niet ́. Deze lering is echter gegeven om duidelijk te maken dat ́niet oordelen ́ van toepassing is op jouw gelijke, want niemand kan oordelen over degene die nog verder gevorderd is.

Wanneer de mens de neiging heeft om te oordelen over iemand die verder is dan hijzelf is het gevolg dat de spirituele vooruitgang verslechtert, omdat, ongeacht hoe ver hij is gevorderd, degenen die nog niet gevorderd zijn hem naar beneden trekken. Daarom gaat de mensheid achteruit in plaats van vooruit. Wat gebeurde er in het geval van Jezus Christus? Hij werd veroordeeld. De bevrijde ziel, de ziel die door de goddelijke natuur vrij was gemaakt, werd aan het hof van de mens veroordeeld. De minder ver gevorderde mensen vonden zichzelf geleerd genoeg om over Christus te oordelen, en niet alleen om te oordelen, maar ook om straf te geven.

Daarom is er altijd, ongeacht de periode van de beschaving waarin de neiging zich heeft laten zien om degene die verder gevorderd is te bekritiseren, een ineenstorting van de gehele beschaving gekomen. Sarmad, een grote Soefi- heilige die in Gwalior heeft geleefd, werd door de Keizer Aurangzeb gevraagd om naar de moskee te komen, want het was tegen de regels van die tijd dat iemand wegbleef van de periodieke gebeden, die in de moskee van de Staat plaatsvonden.

Sarmad, die een man van extase was, dag en nacht in eenheid met God leefde en zelf Godbewust was, vergat en weigerde dat wellicht. Een bepaalde tijd van gebed of een bepaalde plaats voor gebed zei hem niets, elke plaats was voor hem een plaats van gebed, elk moment was een moment van gebed, zelfs zijn adem was een gebed. Omdat hij weigerde de gebeden bij te wonen werd hij onthoofd omdat hij de regels die voor iedereen waren opgesteld had verbroken. Het gevolg was dat het Moghul imperium in verval raakte en vanaf die tijd kan zijn neergang worden gedateerd; de gehele Moghul beschaving, uniek in haar tijd, viel in duigen.

De Hindoe ́s hebben deze filosofie altijd gekend, want zij hadden een perfecte religie, een religie waarin het aspect van God als menselijk werd gekarakteriseerd en hun verscheidene Deva ́s zijn niets anders dan verscheidene karakteristieken van de menselijke natuur, die ieder op zich worden vereerd en aanbeden. Op deze manier werd niet alleen God, maar de gehele menselijke natuur in al haar aspecten vereerd en aanbeden. Dat maakt de hindoeïstische religie perfect. Wanneer mensen zeggen: ́Deze plaats is heilig en die andere plaats niet, dit bijzondere ding is heilig en al de andere dingen niet ́, dan verdelen zij op deze manier het leven in veel gedeeltes, het leven dat een is, het leven dat niet kan worden verdeeld.

Om die reden komen degenen die boven de alledaagse vormelijkheden van het leven uitstijgen door hun innerlijke ontwikkeling tot een ander bewustzijn. Voor hen zijn wereldlijke wetten de wetten voor de kinderen. Degenen die dit verschil tussen de wetten die zij voor zichzelf opstellen en de wetten die door de mensheid in acht worden genomen beginnen te zien minachten in eerste instantie de gemeenschappelijke wetten en negeren die vervolgens. Zij bekritiseren ze en zeggen: ́Waar dient het allemaal toe? ́ Maar degenen die tot de vollere verwerkelijking van de innerlijke wetten komen, tonen zelfs respect voor de wetten voor de kinderen. Zij weten dat het wetten voor de kinderen en niet voor de volwassenen zijn, maar toch respecteren zij ze, want zij weten dat het niet anders kan. De wetten die zij kennen kunnen zich alleen maar manifesteren aan degenen van wie de ziel tot die verwerkelijking stijgt. Maar voordat die ziel stijgt heeft zij enige wet nodig op grond waarvan zij in harmonie kan leven. Daarom nemen gevorderde zielen met respect zulke wetten in acht en leven zij ze na wanneer ze zich in de gemeenschap bevinden. Zij veroordelen ze niet, zij zullen ze niet bekritiseren. Zij beseffen dat in het leven harmonie het voornaamste is en dat wij tijdens ons leven niet gelukkig kunnen zijn als we niet harmoniseren met al diegenen die zich om ons heen bevinden. Wat onze graad van evolutie ook is, wat onze blik op het leven ook is en wat onze vrijheid ook is, we dienen wetten van de meerderheid in acht te nemen.

Nu is de vraag of degenen die spiritueel gevorderd zijn een bijzondere opvatting over zeden hebben. Die hebben ze inderdaad; en hun zeden zijn grootse zeden, veel grootser dan het gemiddeld menselijk wezen kan bevatten. Het is niet zo dat ze vrij worden van hun eigen wetten door spiritueel vrij te worden van de wetten van de meerderheid. Zij hebben hun eigen wetten die hen binden en dit zijn veel hogere en grootsere wetten. Ongetwijfeld zal hun manier om tegen dingen aan te kijken worden bekritiseerd en over het algemeen niet worden begrepen. Toch is hun wet meer eigen aan de natuur. Hun wetten zijn in harmonie met de spirit. Hun wetten hebben fenomenen als gevolg. En door acht te slaan op twee zeden die tegengesteld aan elkaar zijn, de zeden van de meerderheid en hun eigen zeden, komen ze op een niveau en een toestand waar hun handen en voeten zijn vastgenageld. Dat is de symbolische betekenis van het vastnagelen van Christus op het kruis.

Bron